Op de blog van de Open Universiteit schrijft criticus en promovendus Kim Schoof over Nederland in stukken. Ze legt in haar lezing een verband tussen sciencefiction en stichtingsmythen en dat werkt in mijn ogen heel verhelderend:
‘Waar Mettes een hedendaags, veelstemmig Nederland stichtte in de klankkast van de lezer, daar zwermen in de ‘Document’-gedichten van Van der Graaff de brokstukken van soms maar ternauwernood herkenbare Nederlandse taaluitingen uit allerlei tijden en plaatsen door elkaar. Maar anders Mettes lijkt Van der Graaff ook niet de ambitie te hebben gehad om het Nederland van nu te adresseren: zijn schrijven is gericht aan de ‘Deltametropool’, het Nederland van de toekomst. Ook Vinkenoogs ‘Nederland’, zo hebben we gezien, verwees door naar een toekomstig Nederland, een ideaal Nederland; daarmee was zijn gedicht een expliciet stichtelijke stichtingsmythe. Van der Graaff, echter, schept geen toekomstvisioen, geen utopisch beeld, noch biedt hij zichzelf aan als messias. Hij dient slechts de mogelijke bouwstenen op voor een toekomstig Nederland, in de vorm van brokstukken uit ‘s lands verleden, en laat de rest aan zijn landgenoten, lezers.’