In NRC noemt Thomas de Veen Wormen en engelen een van de beste boeken van het jaar.
Daan Borloo schreef voor DWB een stuk over Wormen en engelen, met veel aandacht voor de rol van het werk van Chris Kraus in de roman:
‘Is Wormen en engelen dan een sleutelroman voor de seculiere nichemarkt, waarin bestaande postpostmoderne dichters en denkers schuilgaan achter de personages? Is Bram Korteweg daadwerkelijk niet veel meer dan een fictioneel vehikel voor Maarten van der Graaff? Is Lena Maas eigenlijk Frank Keizer, en Kim een zekere Rachel?
Kan best, maar Van der Graaff slaagt er in dat geval wel in om — geheel volgens het uitgelichte recept van Kraus — die individuen ‘om te smelten’ tot theoretische modellen. Hij is zich immers als geen ander bewust van de autobiografische smet waarmee literatuur behept is en zet dat bewustzijn naar zijn hand. Lena Maas schrijft bijvoorbeeld in nog steeds dezelfde e-mail dat Kraus de heteroseksuele mannenroman typeert ‘als een nauwelijks verhuld egodocument, waarin alle mensen rond de ik-figuur andere namen hebben gekregen en net iets andere trekjes. De auteur is de held/antiheld van het boek en iedereen om hem heen wordt tot “personage” gereduceerd.’
Voor De Reactor bespreekt Siebe Bluijs de roman. Hij leest het boek in relatie tot de poëtica van Jeroen Mettes
en benadrukt de rol die luisteren, de radio en ASMR spelen:
‘Wormen en engelen is aan de oppervlakte een redelijk conventionele roman over een ik-figuur die zich verhoudt tot zijn verleden. Gaandeweg verplaatst de focus zich echter van de navel naar het oor (en via het oor naar het lichaam). Vanaf dat moment worden ook de romanconventies meer losgelaten. Het verhaal wordt steeds fragmentarischer weergegeven waardoor de tijdslijn niet meer eenvoudig te reconstrueren valt. Bovendien wordt de roman allengs meerstemmiger: er worden e-mailcorrespondenties afgedrukt, er zijn uitgeschreven interviews opgenomen en een hoofdstuk bevat een essay van Lena over de Amerikaanse kunstenaar Lee Lozano (1930-1999) (…)
Pas wanneer in het tweede gedeelte de conventionele vorm wordt losgelaten en de roman meerstemmigheid toelaat, wordt uitdrukking gegeven aan het politiek-theoretische idee van een inclusieve gemeenschap. Met name door deze verschuiving is Wormen en engelen een geslaagde debuutroman waarin de zoektocht naar het ontastbare invoelbaar wordt gemaakt.’